Het uitstel van een belangrijke OPEC-vergadering belooft weinig goeds voor de wijze waarop lidstaten zich aan afspraken over productiebeperkingen houden. De druk op de olieprijs berooft de Noorse kroon en Canadese dollar voorlopig van opwaarts potentieel.
In de zomer leek het er nog even op dat een nieuwe opleving van de olieprijs de inflatie weer aan zou gaan wakkeren. Tussen eind juni en begin oktober steeg de prijs van een vat Brent-olie van minder dan $75 tot meer dan $90. Na een glijvlucht die begin oktober werd ingezet, kwam die prijs eerder deze week weer onder de $80 terecht. Onder meer doordat de Chinese economie minder goed draait dan het zich eerder dit jaar liet aanzien, staat de vraag naar olie onder druk. De futuremarkt wijst erop dat een snel herstel niet voor de hand ligt. Een contract voor levering eind 2024 wordt verhandeld voor minder dan $78. En voor eind 2027 is dat zelfs minder dan $70.
Olieruzietje in Afrika
Een lagere prijs laat zich voelen in de begroting van veel olie-exporterende landen. Het zag er dan ook naar uit dat oliekartel OPEC de vergadering van afgelopen weekend zou aangrijpen om afspraken te maken over productiebeperkingen. Uiteindelijk is daarvan niets terecht gekomen. In de aanloop naar de vergadering waren sommige OPEC-landen zo met elkaar aan het kibbelen, dat de organisatie de bijeenkomst heeft verplaatst naar komende donderdag. Daar zullen eerst wat plooien gladgestreken moeten worden in een ruzietje tussen Afrikaanse landen, voordat gekeken wordt hoe ver de oliekraan in 2024 wordt dichtgeschroefd. In juni sprak de OPEC al met Rusland af dat de gezamenlijke productie in ieder geval tot eind volgend jaar met 3,66 miljoen vaten per dag wordt ingeperkt.
Kwakkelende olieprijs
Het is maar de vraag of de olieprijs ver opveert als de organisatie opnieuw het mes in de productie zet. De afgelopen jaren is de productie in andere landen – met name in de Verenigde Staten – namelijk behoorlijk toegenomen. De kwakkelende olieprijs echoot overigens behoorlijk door op valutamarkten. Daar staan onder meer de Noorse kroon en de Canadese dollar onder druk. De laatstgenoemde munt is sinds eind september met ongeveer 5% gedaald. Behalve door lagere olie-inkomsten, staat de zogeheten loonie ook onder druk doordat de economie van Canada een stuk minder goed draait dan die van de Verenigde Staten. Het bedrijfsleven heeft relatief wat meer schulden, zodat de opgelopen rente zich ook steviger laat voelen.
Rente wordt spelbreker voor Canadese dollar
Economen houden er al rekening mee dat de Canadese centrale bank de rente volgend jaar beduidend eerder gaat verlagen dan de Federal Reserve. En een dalende rente vormt gebruikelijk een tegenwind voor een valuta. Daar heeft de Noorse kroon overigens geen last van. De Noorse centrale bank zinspeelde in de herfst bijvoorbeeld nog op een renteverhoging voor de jaarwisseling. Het afwijkende rentebeleid verklaart waarom de nokkie al sinds het voorjaar gevangen zit in een bandbreedte tussen €0,84 en €0,89. En tenzij de OPEC op donderdag besluit om de productie toch stevig in te perken, hoeft er voorlopig dan ook geen vuurwerk verwacht te worden van olievaluta's zoals de loonie en de nokkie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.