China gaat de komende tijd 1 biljoen renminbi ophalen met de uitgifte van staatsleningen. De inkomsten worden gebruikt om de economie een duw in de rug te geven. Op de valutamarkt is voorlopig nog weinig te merken van deze maatregelen.
In de financiële wereld vliegen de nullen je de laatste jaren steeds meer om de oren. Apple doorbrak bijvoorbeeld nog geen jaar geleden als eerste bedrijf de grens van een beurswaarde van een biljoen dollar. En de totale waarde van de wereldeconomie komt al uit op meer dan 0,1 biljard dollar. Voor alle duidelijkheid: een biljard heeft maar liefst vijftien nullen. Toekomstige generaties krijgen waarschijnlijk zelfs te maken met grootheden zoals triljoen, triljard en quadriljoen. Zo bekeken is het niet zo vreemd dat de Chinese obligatie-uitgifte van een biljoen renminbi die deze week van start ging weinig aandacht krijgt op financiële markten. Er zijn echter meer redenen waarom handelaren de schouders ophalen over de stimuleringsplannen.
Miljarden maken weinig indruk
In de eerste plaats komt de obligatie-uitgifte niet als een verrassing. Chinese autoriteiten hebben in oktober vorig jaar al aangekondigd dat ze een groot bedrag willen ophalen dat voornamelijk bedoeld is voor de economische wederopbouw in gebieden die door rampen zoals overstromingen zijn getroffen. Daar komt bij dat de omvang van het bedrag minder indrukwekkend is dan het lijkt. Bij de huidige wisselkoers vertaalt 1 biljoen renminbi zich naar €128 miljard. Dat is nog altijd een flink bedrag, maar vergeleken bij het Chinese bbp van omgerekend €2,4 biljoen is het maar een schijntje. Bovendien steekt de investering heel mager af vergelijken bij de biljoenen dollars die de Amerikaanse president Joe Biden de afgelopen jaren vrijmaakte voor infrastructuurinvesteringen.
Steeds een stapje verder
Toch gaat het te ver om de obligatie-uitgifte als een non-event weg te zetten. Het is namelijk de grootste aanpassingen die de afgelopen jaren is doorgevoerd in het Chinese begrotingsbeleid. Bovendien is het een duidelijk signaal dat de overheid steeds een stapje verder durft te gaan bij het aanzwengelen van de afzwakkende economische groei. De afgelopen jaren waren beleidsmakers behoorlijk terughoudend. Ruime stimuleringsmaatregelen na de financiële crisis van 2008 hebben in de daaropvolgende jaren geleid tot grote problemen in de vastgoedsector en de ondergang van vastgoedreus Evergrande. Hoewel China die fouten niet wil herhalen, is het mislopen van de groeidoelstelling van 5% in het lopende jaar mogelijk nog pijnlijker.
Amerika is aan zet
Op valutamarkten is overigens nog weinig te merken van de Chinese maatregelen. Dat komt voornamelijk doordat de overheid heel terughoudend is om aan de rente te sleutelen. Ondanks dat de inflatie van 0,3% ruim onder de officiële doelstelling van 3% ligt, is het officiële tarief de afgelopen jaren slechts met een paar minieme stapjes verlaagd. China is bang dat een groeiend renteverschil met de Verenigde Staten een stroom van renminbi's naar dollars op gang brengt. Voorlopig slaagt het land er met interventies en andere maatregelen in om de renminbi knap op een niveau van 13,8 dollarcent te houden. In China staan ze dan ook te springen om een Amerikaanse renteverlaging. Dan neemt de druk op de renminbi af en komt er meer ruimte om de economie echt een duw in de rug te geven.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.