De markt voor varkensvleesconcepten heeft de laatste jaren flink de wind mee. Een van de oudste spelers in deze markt is Heihoef, vooral bekend van het Heyde Hoeve-concept. Heihoef werd twintig jaar geleden opgericht omdat oprichter Tiny Schepers en een groep gelijkgestemde agrarisch ondernemers zich verstrikt voelden in de race to the bottom die de markt in die tijd kenmerkte. Om hieruit te komen werd gekozen voor een andere manier werken, waarbij niet volumes maar smaak en duurzaamheid centraal staan. Inmiddels telt het concept twaalf boeren op vijftien locaties.
Toen het concept eind jaren 90 startte was het idee vrij radicaal. Het bedrijf had een idealistisch imago in een tijd dat het niet altijd begrepen werd. Het heeft zo'n twintig jaar geduurd, maar langzamerhand beginnen meer mensen open te staan voor vlees dat beter smaakt en milieuvriendelijker wordt geproduceerd. De verantwoordelijke voor de verkoop Ben Bekhuis (links op de foto naast Ger Coenraad, foodtruckspecialist van Heyde Hoeve) vertelt hoe de marktacceptatie van de concepten is gegroeid.
Heyde Hoeve was een van de eerste varkensvleesconcepten van Nederland. Inmiddels zijn er veel bijgekomen en faciliteren steeds meer grote slachterijen zelf een concept. Raakt de markt niet verzadigd?
"Ik denk dat er nog voldoende ruimte is, en die ruimte is te winnen in het schap van de supermarkt. Een paar jaar geleden was dat schap nog helemaal ingericht met gangbaar vlees en inmiddels ligt er bijna alleen nog varkensvlees met een Beter Leven-keurmerk in de schappen. Zo zie ik ook ruimte om concepten in het schap te laten groeien. Het is wel een proces van de lange adem. Het duurde al twintig jaar voordat er serieuze marktacceptatie was voor een concept als de onze. Waar we vooral tegenaan lopen is dat we meer varkenshouders willen aantrekken om in een groter aanbod te voorzien. Tot nu toe lukt het ons altijd goed om consistent te leveren. Wil je supermarkten op serieuze schaal bevoorraden, dan hebben we simpelweg meer varkens nodig."
Jullie slogan is 'De Smaak van Vrüger', maar jullie werken met Duroc. Dat ras wordt vooral met Spanje geassocieerd. Dat klinkt als een contradictie.
"Die associatie is onterecht. Eigenlijk komt het ras uit de Verenigde Staten. Daar is het ras gefokt voor het lekkerst mogelijke vlees. Wij hebben het ras puur gekozen op smaak. Zo geeft vlees van dat ras bijvoorbeeld een hele mooie marmering. Overigens gebruiken we niet 100% Duroc. We maken een cross van Duroc en Nederlands Landvarken. Door die kruising krijg je een heel robuust en lekker varken, maar blijft het vlees ook betaalbaar. Je zou natuurlijk ook een kruising met Iberico kunnen overwegen, maar dan ben je zo het dubbele kwijt in plaats van 20% extra."
Ben Bekhuis
Veel concepten nemen aspecten van de biologische varkenshouderij over. Doen jullie dat ook?
"Vanuit duurzaamheidsoogpunt hebben wij besloten om dat niet te doen. De biologische varkenshouderij is heel erg diervriendelijk, maar verhoogt meestal de uitstoot. Bij een biologisch concept heb je bijvoorbeeld een forse uitloop nodig. Voor de dieren is het wel heel fijn dat ze lekker buiten in een modderpoel kunnen wroeten, maar dat is niet duurzaam. Als je varkens binnen houdt kan je mest opvangen, de lucht zuiveren en de fijnstof verwijderen. Buiten kan dat natuurlijk niet."
De duurzaamheid van vlees wordt voor het grootste deel bepaald door voer. Besteden jullie daar ook aandacht aan?
Wij streven naar een volledig circulaire keten. Daarvoor werken we samen met Natuur & Milieu en andere duurzaamheidspartners. Wij halen ons voer zoveel mogelijk uit Europa en als het even kan Nederland. Het liefst binnen de gebieden waar onze varkenshouders zitten en daar zetten we meteen onze mest af. Het gebruik van soja uit Zuid-Amerika proberen we sowieso zoveel mogelijk te vermijden. Daarnaast gebruiken we volop reststromen uit de levensmiddelenindustrie. Dat maakt het varkens het meest circulaire boerderijdier dat er bestaat"
Heihoef heeft een ander manier van werken dan de gangbare varkenshouderij. Hoe ziet jullie keten eruit?
"Wij zijn als concept helemaal autonoom. De meeste concepten zijn onderdeel van een grotere slachterij, maar wij beheren onze keten zelf. Onze varkens worden geslacht bij Compaxo. Voor de verkoop van het vlees werken wij samen met drie grossiers, één in het noorden, één het midden en één in het zuiden. Die verkopen het voornamelijk aan slagers en de horeca. Daarnaast zijn er een aantal bedrijven die onze producten verwerken tot droge worst, paté of achterham en gedroogde ham in de stijl van serranoham of Parmaham. Er is niemand die dat in Nederland doet, dus laten we die hammen maken bij Ganda in België."
"Dat soort vierkantsverwaarding is bij concepten natuurlijk nog belangrijker. Als je meer onderdelen als gangbaar vlees moet afzetten, dan wordt je eindproduct ook duurder. Wij zoeken daarbij breder naar partners dan voor onze eindproducten. Dus niet alleen slagers en horeca, maar ook verwerkers van producten als droge worst, gehakt en gehaktproducten. Helaas heb je natuurlijk onderdelen die in Nederland niet makkelijk worden weggezet, zoals staartvlees en organen. Die worden geëxporteerd door Compaxo."
Jullie hebben een foodtruck, zijn jullie van plan om ook op die markt te focussen?
"Misschien ooit als de kans zich voordoet incidenteel, maar die markt is wat ons betreft niet consistent genoeg. Voor nu gebruiken we de foodtruck vooral voor marketing. Het is een gaaf ding. Hij is knalroze en trekt dus zeker bekijks. We lenen hem uit aan verschillende relaties voor bijvoorbeeld een braderie of een opening om mensen kennis te laten maken met het merk."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
